De Europese beurzen zijn donderdag overwegend vlak tot licht hoger de handel uit gegaan. De FTSE in Londen eindigde wel in de min, in afwachting van de uitslag van de Britse parlementsverkiezingen. Beleggers verwerkten onder meer een nieuw rentebesluit van de Europese Centrale Bank (ECB).
De AEX-index in Amsterdam sloot 0,1 procent hoger op 523,55 punten. De MidKap won ook 0,1 procent, tot 807,58 punten. De graadmeter in Frankfurt ging 0,3 procent omhoog, Parijs sloot vlak en Londen zakte 0,4 procent.
Zoals verwacht hield de ECB het monetaire beleid onveranderd. Wel is de centrale bank iets positiever geworden over de economische groei in de eurozone de komende jaren. De rentetarieven blijven op hun huidige, zeer lage niveau, en zullen dat waarschijnlijk nog geruime tijd blijven. Maar de ECB bouwde voor het eerst in lange tijd geen ruimte meer in voor een verdere verlaging.
Grootste stijger in de AEX was telecomconcern Altice, dat 2,4 procent won. Ook financiële fondsen als Aegon en ING deden het goed, met plussen van 1,5 procent. Onderaan de hoofdindex stond Unilever met een min van 1,3 procent.
Elders in Europa ging de aandacht onder meer uit naar Petrofac, die in Londen ruim 4 procent won. De oliedienstverlener heeft een tienjarig contract in de wacht gesleept in Oman. In Madrid sloot Banco Santander, die woensdag nog zijn in financiële problemen geraakte branchegenoot Banco Popular overnam, dik 5 procent hoger.
Op de financiële markten werd ook met een schuin oog gekeken naar de Verenigde Staten, waar de ontslagen FBI-directeur James Comey getuigde in de Senaat. Hij verklaarde er niet aan te twijfelen dat Rusland zich heeft bemoeid met de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar hij voegde toe dat president Donald Trump hem niet rechtstreeks heeft gevraagd het Ruslandonderzoek stop te zetten.
De koers van de euro stond licht onder druk. De munt werd verhandeld voor 1,1217 dollar, tegen 1,1252 dollar bij het Europese slot op woensdag. De olieprijzen herstelden verder wat na de flinke daling een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse ruwe olie steeg 0,5 procent tot 46,00 dollar. Brent werd 0,3 procent duurder op 48,20 dollar per vat.